Interessant onderzoek naar betrekken van jongeren bij uw non profit.
- crowdfundingagency
- 17 jun
- 6 minuten om te lezen
Betrek jongeren bij het werk van goede doelen
Hoe zorg je ervoor dat jongeren actiever betrokken raken bij het werk van goededoelenorganisaties? Claire van Teunenbroek, Walter Wymer en Ljiljana Najev Čačija vroegen onderzoekers om dit te onderzoeken in een project over geefgedrag onder jongeren. Hun conclusie? Educatieve programma’s waarin goededoelen- en onderwijssectoren samenwerken, kunnen een belangrijke rol spelen.
Filantropisch burgerschap
Filantropisch burgerschap is een vorm van betrokkenheid waarbij mensen zich inzetten om de samenleving te verbeteren. Dit kan door vrijwilligerswerk, sociale acties, donaties, belangenbehartiging en activisme. Het begrip omvat verschillende manieren van maatschappelijke betrokkenheid. Het gaat niet alleen om geld geven, maar ook om tijd en kennis delen. Mensen helpen maatschappelijke doelen te steunen en de levenskwaliteit van anderen te verbeteren. Het ontwikkelen van vaardigheden en samenwerken om een positieve impact te hebben, is hierbij belangrijk.

Onderzoek toont aan dat strategieën ter ondersteuning van filantropisch burgerschap een nauwe samenwerking met educatieve instellingen vereisen.1 Het integreren van filantropie in educatieve programma's, waarbij de goededoelen- en onderwijssectoren samenwerken, wordt als essentieel beschouwd. Dit begint met actieve betrokkenheid op de basisschool en wordt voortgezet via co-creatie en community service-learning (vrijwilligerswerk gekoppeld aan reflectieve schoolopdrachten) op latere scholen.
De basisschool als speelveld voor actieve betrokkenheid en gezamenlijke actie
Generatie Alfa, die nu op de basisschool zit, wordt verwacht een van de rijkste en hoogst opgeleide generaties tot nu toe te zijn. Dit betekent echter niet automatisch dat zij de meest maatschappelijk actieve en genereuze groep zullen zijn. Er wordt een belangrijke taak gezien voor goededoelenorganisaties om het helpen en ondersteunen van anderen (prosociaal gedrag) bij jongeren te activeren door hen vanaf de basisschool actief bij het ondersteunen van de samenleving te betrekken.2
Gezamenlijke actie
Een deel van deze taak ligt in het creëren van de juiste perceptie: de basisschoolleeftijd is cruciaal voor de ontwikkeling van prosociaal redeneren, wat ten goede komt aan het filantropische burgerschap. Kinderen beschouwen zichzelf vaak als ‘te klein’ om bij te dragen, omdat ze denken dat geven een ‘individuele handeling’ is.3 Zij beseffen nog niet dat filantropisch burgerschap een gedeeld concept is waarbij iedereen kleine bijdragen levert. Hier ligt een belangrijke taak voor, bijvoorbeeld, goededoelenorganisaties om het begrip van gezamenlijke actie uit te leggen: het collectieve proces waarbij individuen, ongeacht leeftijd, samenwerken en elk een kleine bijdrage leveren om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Fairbairn (onderzoeker gespecialiseerd in basisschoolkinderen) adviseert goededoelenorganisaties om schoolactiviteiten te stimuleren die het begrip van gezamenlijke actie ondersteunen. In de context van een basisschool kan bijvoorbeeld een ketting van ‘goede daden’ worden gemaakt. Ze beginnen met een uitleg van wat een goede daad is, zoals iemand helpen, afval opruimen, of bloemen planten in een buurtpark. Zodra kinderen deze goede daden herkennen, kan een schakel worden gemaakt. Elke schakel bestaat uit een strook gekleurd papier waarop de goede daad wordt geschreven. Wanneer een kind een goede daad verricht, mag deze worden opgeschreven en toegevoegd aan de ketting in de klas. Naarmate meer kinderen goede daden verrichten, groeit de ketting langer en langer, wat laat zien hoe vaak kinderen bijdragen aan positieve acties. De visuele representatie kan ook via een mozaïekschilderij, waarbij de steentjes worden toegevoegd als er een goede daad is verricht.
Elke kleine bijdrage telt en samen kan veel bereikt worden
De groeiende ketting wordt gezien als een visueel voorbeeld van hoe kleine, individuele acties samen een groot effect kunnen hebben: elke kleine bijdrage telt en samen kan veel bereikt worden. In andere woorden: het concept van ‘gezamenlijke actie’ helpt kinderen te begrijpen dat hun acties, hoe klein ook, waardevol zijn en dat ze samen met anderen een grote impact kunnen hebben. Dit bevordert een gevoel van gemeenschap en gedeeld filantropisch burgerschap.4
Actieve betrokkenheid
Ook het focussen op actieve betrokkenheid wordt als belangrijk gezien.5 Het idee van actieve betrokkenheid draait voornamelijk om het creëren van momenten waarbij kinderen actief betrokken worden bij verschillende aspecten van goededoelenorganisaties. Een passieve vorm wordt gezien wanneer een kind wordt gevraagd om geld te werven voor een bestaande actie, waarbij de meeste componenten eerder zijn bedacht en uitgewerkt. Bij actieve betrokkenheid wordt van kinderen verwacht dat zij deelnemen aan het ontwikkelen van een campagne, het selecteren van een focus of het bedenken van een wervingsmethode. Er wordt nadruk gelegd op co-creatie, zelfs op een jonge leeftijd.
Goededoelenorganisaties kunnen dit proces ondersteunen en vormgeven vanuit hun expertise, in samenwerking met leerkrachten, gekoppeld aan onderwijsdoelen zoals communicatie, reflectie en omgaan met geld. Dit kan bijvoorbeeld door met een goededoelenorganisatie een klassikale brainstormsessie te organiseren om te kiezen welk doel ze willen ondersteunen. Tijdens deze sessies kunnen kinderen hun ideeën delen over welke problemen ze belangrijk vinden. Dit helpt hen om kritisch na te denken over maatschappelijke kwesties.
Daarnaast wordt geadviseerd om kinderen te betrekken bij het bedenken van manieren om geld in te zamelen: betrek ze bij zoveel mogelijk activiteiten rondom het werven van geld en tijd. Er kan bijvoorbeeld een sponsorloop worden georganiseerd, waarbij de ouders de sponsorloop doen die door de kinderen georganiseerd wordt (in plaats van andersom). De kinderen kunnen routes plannen, deelnemers werven en sponsoren zoeken. Ook zouden zij na een presentatie van een goed doel informatieborden kunnen maken/knutselen die langs de looproute geplaatst worden. Oudere klassen kunnen delen van het budget van het project beheren. Door deze activiteiten leren de kinderen over organisatie, teamwork en het belang van hun inzet voor een goed doel.
Leren met maatschappelijke impact met hoger onderwijs
Bij onderzoek naar jongvolwassenen wordt actieve betrokkenheid ook vaak naar voren gebracht, maar dan in de vorm van 'co-creatie', in combinatie met hoger onderwijs. Co-creatie richt zich voornamelijk op de fase voordat een campagne van start gaat: in plaats dat goededoelenorganisaties de campagne volledig zelf ontwerpen, neemt een groep jongvolwassenen deel aan de ontwikkelingsfase. Jongeren vinden het fijn om zelf te kiezen welke activiteiten ze willen doen en wanneer. Door deze vrijheid te bieden, kunnen organisaties de betrokkenheid van jongeren bij goededoelenorganisaties verhogen.6
Een hogeschool of universiteit kan bijvoorbeeld een project opzetten waarbij studenten van verschillende opleidingen samenwerken met een goededoelenorganisatie met als doel een campagne te ontwikkelen. Tijdens workshops en brainstormsessies werken jongvolwassenen samen met de organisatie om ideeën te genereren, feedback te geven en de campagne vorm te geven. Deze interactieve omgeving bevordert de samenwerking, omdat jongeren het leuk vinden om in gesprek te gaan met anderen, plezier te maken en samen dingen te doen. Een ander positief aspect van co-creatie is het ontstaan van ‘psychologisch eigenaarschap’. Dit ontstaat wanneer iemand zich verantwoordelijk voelt voor het succes van een campagne, doordat ze nauw betrokken waren bij het ontwikkelingsproces. Dit eigenaarschap kan hun motivatie en inzet om anderen te helpen vergroten, omdat ze een persoonlijke band voelen met het project en de resultaten ervan.
Betrek kinderen bij zoveel mogelijk activiteiten rondom het werven van geld en tijd
Co-creatie met goededoelenorganisaties geeft jongeren een kijkje in de keuken van een goededoelenorganisatie. Jongeren vinden het leuk om deel te nemen aan unieke ervaringen, en dit is daar een goed voorbeeld van. Ze krijgen de kans om te zien hoe goededoelenorganisaties van binnenuit werken.
Dit kan ook nog eens hun begrip en waardering voor het werk van deze organisaties vergroten. Daarbij, door samen te werken met professionals in de sector, kunnen jongeren nieuwe vaardigheden en kennis opdoen die nuttig kunnen zijn voor hun toekomstige carrière. Deelname aan dergelijke betekenisvolle activiteiten kan hun motivatie en betrokkenheid vergroten. Ze voelen zich gewaardeerd en zien direct de impact van hun bijdrage. Deze impact is ook belangrijk voor jongeren.
Kortom, co-creatie wordt gezien als een manier om niet alleen de reikwijdte van campagnes te verbeteren, maar ook vertrouwen en geloofwaardigheid tussen de studenten en de goededoelenorganisaties op te bouwen.7
Community Service Learning
Community Service Learning (CLS) kan co-creatie op hogescholen en universiteiten aanvullen door studenten de kans te geven om de ontwikkelde strategieën en projecten in de praktijk te brengen. CLS combineert vrijwilligerswerk met reflectieve opdrachten die de leerervaringen van studenten verrijken. Dit onderdeel voegt een extra element toe aan traditioneel vrijwilligerswerk, wat CLS geschikt maakt voor de academische omgeving van hoger onderwijs. Via CLS wordt een waardevolle leerervaring met maatschappelijke impact geboden en de band tussen studenten en de gemeenschap wordt zo versterkt.8
‘Jongeren worden vooral gemotiveerd door activiteiten die ze leuk en plezierig vinden’
Onderzoek toont aan dat jongvolwassenen die deelnamen aan een CLS-programma na afronding een groter bewustzijn van goededoelenorganisaties en sociale kwesties hadden dan daarvoor.9 Ook hun houding tegenover het idee om het programma voort te zetten zonder tussenkomst van de school was positiever. Het is belangrijk om het programma goed te integreren in de studie van de student, zodat ze voldoende tijd beschikbaar hebben om zich volledig in te zetten.
Net zoals bij goededoelenorganisaties, kunnen CLS-programma's profiteren van het organiseren van leuke en interactieve activiteiten. Jongeren voeren vrijwilligerswerk graag uit in groepsverband, met een focus op ‘gezelligheid’ 10 en ‘het opdoen van ervaringen’.11 Soms lijkt het meer te gaan om hun reputatie en de activiteit dan om het daadwerkelijke doel. In ander woorden, ze hechten sterk aan hedonisme, wat betekent dat genieten van het leven en plezier hebben voor jongeren net zo belangrijk zijn als maatschappelijke betrokkenheid. Deze jongeren worden vooral gemotiveerd door activiteiten die ze leuk en plezierig vinden. Denk aan sportevenementen, creatieve workshops en sociale bijeenkomsten.
Door activiteiten aan te bieden die zowel leuk als zinvol zijn, kunnen organisaties de betrokkenheid van jongeren vergroten en hen motiveren om actief deel te nemen.
( Bron: Vakblad Fondssenwerving Juni 2025/ nieuwsbrief junni 2026. Claire van Teunenbroek.
Comments